RIP Wilfried Van Moer
Tot onze grote droefenis vernamen wij het overlijden van de legendarische Wilfried Van Moer. Van Moer is zonder de twijfel de meest succesvolle veldspeler die de befaamde jeugdacademie van SK Beveren ooit voortbracht. De strateeg op het middenveld won alles wat er in dit voetballand te winnen valt: gouden schoenen, landstitels, bekers en het respect van voetbalcritici langs beide kanten van de taalgrens.
Wilfried Van Moer werd net na de Tweede Wereldoorlog geboren op 1 maart 1945. Hij groeide op in een Beverse volkswijk rond ’t Congoken, waar zijn vader Mon een populair café hield. ’t Congoken, een open zandvlakte naast een kerk in koloniale stijl, deed destijds, in de hoofden van de gemiddelde Vlaming, denken aan de brousses van Afrika en vormde het kloppend voetbalhart van het dorp. Tal van spelers die later het eerste elftal zouden halen, inclusief enkele Rode Duivels, speelden hier dagelijks tot de duisternis aanbrak. Het werd de onofficiële jeugdacademie van de toen nog onbekende club uit het Waasland. Net als zijn 15 jaar oudere broer Roger, een centrale verdediger die in 1947 al debuteerde in het eerste elftal, zou ook Wilfried vroeg of laat in het eerste elftal belanden. Op 23 april 1961 -vroeger kon niet omdat Wilfried nog 16 moest worden- was het zo ver: ergens op de velden van een vierdeklasser, omgeven door de grijze fabrieken van de Cockerill, debuteerde hij bij de grote jongens. Gastheer Maccabi Hoboken wist meteen hoe laat het was en zag het jonge wonderkind tweemaal scoren bij zijn debuut. Een week later, op de laatste speeldag van het seizoen tegen VG Oostende, scoorde Van Moer opnieuw twee keer. Het knipperlicht van menig Belgisch topclub sprong al aan.
Twee seizoenen lang slaagde Beveren er nog in haar goudhaantje te behouden. Het leverde de club in 1963 een plek op in derde klasse, nadat ze die plek drie jaar eerder was kwijtgeraakt. In het kampioenenseizoen scoorde de Beverse aanvalslinie maar liefst 111 doelpunten in 30 wedstrijden, waarvan er 22 voor rekening kwamen van de 18-jarige Van Moer. Onze voorzitter, André Bolsens, destijds nog een jonge knaap en trouwe supporter, herinnert zich nog goed hoe Wilfried ooit op zijn eentje in de derby op Sint-Gillis-Waas het zeil naar zich toe trok en er onder meer dankzij een laat doelpunt voor zorgde dat deze lastige klip werd genomen en de weg naar de titel openlag.
Het uitpuilende talent van Wilfried zorgde intussen voor de wildste geruchten in het dorp en af en toe ook voor de nodige hilariteit. Zo werd het bestuur van de club door de plaatselijke bibliothecaris in de maling genomen toen die zich uitgaf als voorzitter van Real Madrid en verklaarde de middenvelder te willen overkopen. Alle grappen daargelaten, jaagde het kruim van het Belgisch voetbal intussen wel op de youngster. Beveren vroeg drie miljoen frank, schrikte daarmee Anderlecht, Club Luik en Racing White af, waardoor uiteindelijk enkel Antwerp in de running bleef. De Great Old legde 1,5 miljoen frank op tafel, later aangevuld met een extra miljoen na zijn contractverlenging op de Bosuil.
Deze transfersom zorgde ervoor dat de financiële situatie van SK Beveren in die mate evolueerde dat ze zich kon wapenen voor het komende decennium. Vier jaar na zijn vertrek promoveerde Sportkring voor het eerst naar de hoogste klasse, de rest is geschiedenis. Ook Van Moer zelf maakte alle verwachtingen waar. Nog voor het volgende decennium won Wilfried drie gouden schoenen. Hij trok naar Standard en schonk de Rouches drie landstitels op rij tussen 1969 en 1971. Het talent waarmee Van Moer begiftigd was, keerde zich uiteindelijk tegen hem: steeds vaker werd de middenvelder het slachtoffer van vreselijke overtredingen en navenant blessureleed. In 1972 werd hij op het EK schandalig aangepakt door de Italiaan Mario Bertini, wat ongestraft leidde tot een beenbreuk.
Het zorgde ervoor dat Wilfried zijn geliefde Sclessin voortijdig moest verlaten. Van Moer koos voor het bescheiden FC Beringen, ondanks vergevorderde onderhandelingen met Beveren. Vier jaar lang behoedde hij de Limburgers van de degradatie. Wilfried was inmiddels al flink in de dertiger jaren gevorderd, maar was wel gezegend met de ervaring en vista van de perfecte spelverdeler.
Bondscoach Guy Thys besloot de Beverenaar opnieuw te selecteren voor de Rode Duivels en vond daarmee de missing link. In 1980 bereikte België, onder leiding van de Kleine Generaal, de finale van het EK. In datzelfde jaar werd Van Moer vierde in de verkiezing van Europees Voetballer van het Jaar. De kers op de taart kwam er met zijn lang verwachte terugkeer naar de Freethiel. Op zijn 35ste keerde Wilfried terug naar het nest waaruit hij bijna 20 jaar eerder was weggevlogen. Twee jaar lang acteerde hij nog op topniveau, vooraleer te vertrekken op een laatste avontuur als speler naar STVV. En zo ontbreekt er slechts één hoogtepunt op het rijkgevulde palmares van Wilfried Van Moer: een hoofdprijs met de club waar het allemaal begon.
Als trainer keerde Van Moer in 1987 terug naar Beveren als vervanger van Ladislav Novak, na sterke resultaten die hij had geboekt bij het kleine FC Assent, waarmee hij promoveerde van derde naar tweede klasse. Het werd een passage van slechts een jaar. Nadien werd hij ook bondscoach van de Rode Duivels, vooraleer voorgoed het voetbal vaarwel te zeggen in 1996.
Wilfried Van Moer is een onbetwist icoon van SK Beveren. Hij zette als eerste de kleine volksclub op de voetbalmap en werd een voorbeeld voor heel wat jonge talenten die in de jaren 60 en 70 op de Freethiel zouden ontbolsteren. Veel van onze jonge supporters hebben nooit de kans gehad om Van Moer aan het werk te zien, maar zijn naam en heldendaden voor club en vaderland blijven onderdeel van het collectieve voetbalerfgoed van Beveren en België. Al die successen stegen bovendien niet naar het hoofd van de jongen van ’t Congoken, die steeds zijn verstandige en serene zelve bleef en slechts sporadisch verscheen in de media. Van Moer woonde al decennialang in Limburg, waar hij lange tijd café hield in Hasselt en zorgde voor zijn zieke broer Roger, die in 2009 overleed. Bij gelegenheden keerde hij ook terug naar Beveren, onder meer als geëerde gast op de boekvoorstelling van “80 Jaar KSK Beveren”.
Rust zacht Wilfried, voor altijd onze Kleine Generaal.